Onze uitbreiding krijgen

Gedrag

Van Wikipedia, maar dan visueel aantrekkelijk
Zie Gedrag (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Gedrag.

Gedrag is het geheel van acties en reacties van een organisme, gewoonlijk met betrekking tot de natuurlijke omgeving en de sociale omgeving. De psychologie maakt verder onderscheid tussen uitwendig, voor derden waarneembaar gedrag, en inwendig, innerlijk gedrag zoals denken en voelen.

Gedrag kan bewust of onbewust, openlijk of heimelijk, vrijwillig of onvrijwillig zijn. Gedrag wordt mede bepaald door het endocriene systeem en het zenuwstelsel. De complexiteit van het gedrag van een soort organisme hangt samen met de evolutionair bepaalde complexiteit van zijn zenuwstelsel. Organismen met complexe zenuwstelsels hebben een groter vermogen tot leren en daardoor tot gedragsaanpassing.

Het gedrag van mensen, andere organismen, en (bij uitbreiding) van mechanismen, valt binnen een waaier van normaal en abnormaal, aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag. Gedrag wordt geëvalueerd met betrekking tot sociale normen en wordt door sociale controle ingeperkt.

Ontdek meer Gedrag per onderwerp

Milieu

Milieu

Milieu of omgeving is, in de biologie en de ecologie, het geheel van uitwendige voorwaarden en invloeden die voor een organisme, hetzij dier, plant of micro-organisme, van essentieel belang zijn. Het is de omgeving waarin, en waarvan het organisme, mede afhankelijk van de soort, al dan niet kan leven. De feitelijke leefomgeving van een organisme is zijn habitat.

Denken

Denken

Denken is een bewust proces waarbij een voorstelling, herinnering of idee wordt gevormd zonder directe stimulus door de zintuigen. Denken of nadenken is in zijn concrete betekenis het laten werken van het verstand: een reeks voor­stel­lin­gen van de geest be­wust op el­kaar doen vol­gen om ver­schil, over­een­komst of oor­za­ke­lijk ver­band te vin­den en begrippen, inzicht en oordelen te vor­men.

Gevoel

Gevoel

Gevoel in psychologische zin is een innerlijke beleving van een bepaalde gebeurtenis. Dit kan een specifieke externe prikkel uit de omgeving zijn, maar ook een interne gebeurtenis zoals een gedachte of een beeld dat wij in ons oproepen. Een gevoel kan echter ook ‘spontaan’ optreden, zoals bij een bepaalde stemming. Men voelt zich dan bijvoorbeeld opgewekt of neerslachtig zonder duidelijke aanwijsbare aanleiding of invloed van buitenaf. Sommige gevoelens kunnen een gevolg zijn van stoornissen in de hersenfuncties, zoals bij ernstige vormen van neerslachtigheid of sterke stemmingsstoornissen.

Bewustzijn

Bewustzijn

Bewustzijn is het geestesvermogen dat het individu in staat stelt de buitenwereld waar te nemen en te verwerken, oftewel een beleving of besef te hebben van het eigen ik, ingebed in zijn omgeving.

Onbewuste

Onbewuste

Met het onbewuste en het onderbewuste worden geestelijke processen zoals gedachten en gevoelens bedoeld die niet, of niet onmiddellijk, voor het bewustzijn toegankelijk zijn, en die niettemin iemands gedrag kunnen beïnvloeden. Paracelsus was de eerste die een wetenschappelijke melding maakte van het onbewuste in zijn werk 'Von den Krankheiten' uit 1567, en zijn klinische methodologie kan beschouwd worden als het begin van de moderne wetenschappelijke psychologie. Het concept van het onbewuste in psychologische en psychopathologische context is afkomstig van de Franse arts en filosoof Pierre Janet en verder uitgewerkt door Sigmund Freud.

Endocrien systeem

Endocrien systeem

Het endocriene systeem of hormoonstelsel is het orgaansysteem dat toeziet op de hormonale huishouding in het dierlijk organisme. In het menselijk lichaam wordt het hormoonstelsel aangestuurd door de hypofyse, een (klein) deel van de hersenen. De hypofyse geeft bepaalde hormonale organen of klieren een signaal, middels signaalstoffen, genaamd hormonen. De geactiveerde hormoonklieren geven op hun beurt hun hormonen in de bloedbaan af. Via het bloed worden de hormonen getransporteerd naar de doelwitorganen. Afhankelijk van het doelwitorgaan en het type hormoon, heeft het hormoon een zeker effect tot gevolg bij het desbetreffende orgaan. De hormonen die door de klieren worden afgegeven, hebben ook weer een remmend effect op de afgifte van de relevante signaalstoffen door de hypofyse. Hierdoor ontstaat een fysiologisch evenwicht of homeostase. Het endocriene stelsel werkt zo met het zenuwstelsel samen om de activiteit van organen en fysieke systemen te reguleren. De hormoonhuishouding speelt een cruciale rol bij onder andere de aansturing van emoties, driften, de stimulering van groei en herstel van spieren en weefsels, seksuele ontwikkeling, regulering van lichaamstemperatuur en het metabolisme. Het endocrien systeem wordt bestudeerd door de endocrinologie.

Evolutie (biologie)

Evolutie (biologie)

Evolutie is het biologische begrip waarmee het proces van verandering in alle vormen van leven van generatie op generatie wordt aangegeven. Evolutie kan worden gedefinieerd als de geleidelijke verandering in populaties door overerving van kenmerken en eigenschappen met hun variatie en natuurlijke selectie.

Leren

Leren

Leren is het zich eigen maken van nieuwe, of het aanpassen van bestaande, kennis, gedrag, vaardigheden, procedures, inzichten of waarden, en kan het synthetiseren (samenvoegen) van verschillende soorten informatie inhouden. De mogelijkheid om te leren bezitten zowel mensen, dieren als sommige machines. Computers kunnen dankzij algoritmes en computerprogramma's leren, en zo nieuwe functionaliteiten krijgen.

Mens

Mens

Mensen zijn intelligente primaten die gekenmerkt worden door hun rechtopstaande houding en tweevoetige voortbeweging, hun fijne motoriek en gebruik van werktuigen, hun complex taalgebruik en geavanceerde en zeer georganiseerde samenlevingen. De mens is de enige nog bestaande vertegenwoordiger van het geslacht Homo en maakt samen met chimpansees, gorilla's en orang-oetans deel uit van de familie Hominidae (mensachtigen).

Norm (sociale wetenschappen)

Norm (sociale wetenschappen)

Een norm is een vertaling van de onderliggende waardes van een groep of samenleving in concrete gedragsregels en voorschriften. Dit kan zijn vastgelegd in bijvoorbeeld rechtsregels, maar het kunnen ook ongeschreven regels zijn. Daarmee sturen normen mede het sociaal handelen, omdat mensen veelal onbewust hun gedrag aanpassen aan de normen van de situatie en de sociale rollen die zij verpersoonlijken. Bij deze sociale rollen horen veelal scripts.

Deviant gedrag

Deviant gedrag

Afwijkend of deviant gedrag is gedrag dat afwijkt van geldende culturele normen. Ook afwijken van ongeschreven gedragsregels geldt als zodanig, zelfs als dit gebeurt door gerespecteerde personen.

Normen en waarden

Normen en waarden

Normen en waarden zijn de omgangsvormen en principes volgens welke men publiekelijk en in sociaal verband handelt. Vaak worden de termen in de politiek en de media als één enkel containerbegrip aangeduid, of onterecht als synoniemen door elkaar gebruikt. De samenstelling betreft de waarden – de voorkeur die een groep of samenleving heeft met betrekking tot doeleinden of gedragspatronen – die worden vertaald in concrete normen met concrete gedragsregels, én de voorschriften. Daarmee sturen normen mede het sociaal handelen, meer specifiek het waarderationeel handelen.

Geschiedenis van de term

Lang werd een strikt onderscheid gemaakt tussen gedrag van mensen en dieren. De Engelse term behavior werd tot het einde van de 19e eeuw voorbehouden aan menselijk gedrag.[1] Vermoedelijk was C. Lloyd Morgan de eerste die een boek wijdde aan diergedrag: Animal behaviour (1900).[2]

Beïnvloeding van gedrag bij mens en dier

Gedrag wordt beïnvloed door in- en uitwendige factoren.

Motivatie bepaalt grotendeels de kans dat een bepaald gedrag uitgevoerd wordt. Daarbij kunnen het hormoonstelsel en het zenuwstelsel de motivatie beïnvloeden. Hormoon- en zenuwstelsel worden in hun werking weer beïnvloed door de hoeveelheid (zon)licht en de hoogte van de temperatuur.

Uitwendige factoren zijn prikkels die het organisme zintuiglijk waarneemt: ziet, hoort, ruikt, proeft of voelt.

Volgens de theorie van gepland gedrag is intentie de belangrijkste factor voor gepland gedrag en volgt die intentie weer uit drie factoren; het belang dat aan het gedrag en het gevolg daarvan wordt gehecht, hoe de omgeving over dat gedrag denkt en de ingeschatte vaardigheid.

 
 
 
 
 
Gedragsovertuiging
 
Attitude
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Achtergrondfactoren
 
 
Normatieve opvattingen
 
Subjectieve normen
 
Intentie
 
Gedrag
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Beheersingsovertuiging
 
Ingeschatte beheersing
van gedrag
(Zelfeffectiviteit)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Ontdek meer Beïnvloeding van gedrag bij mens en dier per onderwerp

Motivatie

Motivatie

Motivatie is datgene wat een individu tot bepaald gedrag drijft. Motivatie heeft invloed op de initiatie, richting, intensiteit en volharding van het menselijk gedrag. Motivatie ontstaat uit een samenspel tussen de biologische (aangeboren) en cultuurafhankelijke (aangeleerde) eigenschappen van een individu en de omgeving van dat individu. Zo kan honger ervoor zorgen dat een individu eet of door de ouders aangeleerde ambitie dat een student een tentamen voorbereidt. Motivatie is een belangrijk begrip in verschillende disciplines, zoals de psychologie, pedagogiek, onderwijskunde en criminologie.

Stimulus

Stimulus

Een stimulus of een prikkel is een verandering in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme reageert via een respons.

Zintuiglijke indrukken

Zintuiglijke indrukken

Zintuiglijke indrukken zijn het directe beeld, de ervaring of informatie, die de mens verkrijgt via zijn zintuigen. Zintuiglijke waarneming is al enige eeuwen een belangrijk concept in de filosofie van de geest, de epistemologie en de wetenschapsfilosofie.

Visuele waarneming

Visuele waarneming

Visuele waarneming, visuele perceptie of zien is het verwerken van visuele, van de ogen afkomstige, prikkels in de hersenen. Visuele waarneming is een vorm van zintuiglijke waarneming.

Tastzin

Tastzin

De tastzin is het vermogen van een organisme om aanraking of druk waar te nemen. Waarnemen met dit zintuig heet voelen.

Theorie van gepland gedrag

Theorie van gepland gedrag

De theorie van gepland gedrag is een theorie die stelt dat intentie de belangrijkste factor is voor gepland gedrag en dat die intentie weer volgt uit drie factoren; het belang dat aan het gedrag en het effect daarvan wordt gehecht, hoe de omgeving over dat gedrag denkt en de ingeschatte vaardigheid. De theorie is opgesteld door Icek Ajzen, voortbordurend op de theorie van beredeneerd gedrag die Ajzen in 1975 ontwikkeld had met Martin Fishbein.

Intentie

Intentie

Intentie is het voornemen een handeling te verrichten. Het gaat daarmee vooraf aan gedrag, al wil dit niet zeggen dat elke intentie ook daadwerkelijk verricht of volledig uitgevoerd wordt. Indien een voorgenomen handeling niet voltooid wordt, is er sprake van een poging.

Sociale omgeving

Sociale omgeving

Sociale omgeving of milieu is het geheel van sociale, culturele, economische, religieuze factoren dat van invloed is op het menselijk gedrag. Hierbij zijn groepen als het gezin, vrienden en collega's belangrijke factoren, alsook de sociale klasse.

Vaardigheid

Vaardigheid

Vaardigheid is het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren. Vaardigheid op een of ander gebied wordt veelal vergaard door praktische ervaring, door korte of langere tijd regelmatig te oefenen. Gebrek aan vaardigheid is incompetentie.

Norm (sociale wetenschappen)

Norm (sociale wetenschappen)

Een norm is een vertaling van de onderliggende waardes van een groep of samenleving in concrete gedragsregels en voorschriften. Dit kan zijn vastgelegd in bijvoorbeeld rechtsregels, maar het kunnen ook ongeschreven regels zijn. Daarmee sturen normen mede het sociaal handelen, omdat mensen veelal onbewust hun gedrag aanpassen aan de normen van de situatie en de sociale rollen die zij verpersoonlijken. Bij deze sociale rollen horen veelal scripts.

Zelfeffectiviteit

Zelfeffectiviteit

Zelfeffectiviteit is het vertrouwen van een persoon in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op zijn of haar omgeving, bijvoorbeeld door een bepaalde taak te volbrengen of een probleem op te lossen. Zelfeffectiviteit wordt als een belangrijk element gezien van theorieën over motivatie. Personen zijn sneller gemotiveerd voor een bepaalde handeling als zij het idee hebben dat zij de bekwaamheid hebben om deze met succes te verrichten. Zij zullen volgens Albert Bandura, die de zelfeffectiviteitstheorie heeft opgesteld, het gedrag sneller ontplooien en doorzetten. Zelfeffectiviteit heeft invloed op vele gebieden, bijvoorbeeld de motivatie voor het onderwijs, de beroepskeuze en ondernemerschap

Gedetermineerd versus aangeleerd gedrag bij mens en dier

Individueel gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Gedrag van een pasgeboren organisme is vooral erfelijk bepaald. Naarmate het organisme ouder wordt ontwikkelt het gedrag zich door leerprocessen tijdens het leven. Er ontstaat een aangepast gedrag dat de overlevingskansen van het organisme vergroot.

Soorten leerprocessen zijn: inprenting, gewenning, conditionering, imitatie, en inzicht.

Inprenting is het leren van iets dat alleen in een bepaalde korte levensperiode (de gevoelige periode) aangeleerd kan worden. Bijvoorbeeld het leren herkennen van soortgenoten of ouders.

Gewenning is het afleren van een reactie op een prikkel, na herhaaldelijke blootstelling aan die prikkel. Bijvoorbeeld het niet meer reageren van een spreeuw op een fotoflits.

Conditionering is het aanleren van gedrag middels beloning of via een straf. Hieronder vallen trial-and-error, dresseren, klassiek conditioneren en modern/operant conditioneren.

  • Trial-and-error is het leren van de ervaringen die een organisme opdoet als gevolg van bepaald gedrag, ook wel proefondervindelijk leren. Bijvoorbeeld een insectenetende vogel die zwarte rupsen gaat mijden, na een aantal keer diens vieze smaak te hebben geproefd.
  • Dresseren is het dieren aanleren van gedragingen bij een bepaald commando. Bijvoorbeeld het aanleren van honden om een poot te geven.
  • Klassieke conditionering is het aanleren van gedrag dat bij een andere prikkel hoort. Bijvoorbeeld Pavlov die een hond aanleert om al te gaan kwijlen bij het voorafgaande belletje aan het voer in plaats van pas bij het voer zelf.
  • Instrumentele of operante conditionering is het effect van een bepaald (initieel) gedrag op het aantal keren dat dat gedrag vervolgens opnieuw (operant) plaatsvindt. Bijvoorbeeld een muis drukt op een hefboom, en er komt vervolgens eten uit een gat, de muis zal hierdoor vaker drukken om zo meer eten te krijgen.

Imitatie of nabootsing is het aanleren van gedrag door het nadoen van gedrag van soortgenoten. Bijvoorbeeld het leren van zang door jonge vogels door het nadoen van geluiden van de ouders.

Inzichtelijk leren is het oplossen van een probleem in een onbekende situatie, door verschillende opgedane ervaringen van vroeger te combineren. Bijvoorbeeld het opstapelen van kisten door een aap om zo bij hoog hangende bananen te komen.

Ontdek meer Gedetermineerd versus aangeleerd gedrag bij mens en dier per onderwerp

Determinisme (filosofie)

Determinisme (filosofie)

Determinisme is een filosofisch concept dat stelt dat elke gebeurtenis of stand van zaken niet zomaar willekeurig is, maar een oorzaak heeft. Die oorzaak kan in het verleden liggen, in dat geval is het causaal determinisme. Het kan ook juist in de toekomst liggen, in dat geval is het teleologisch determinisme. Het causaal determinisme veronderstelt dat de toestand van het heden veroorzaakt is door eerdere gebeurtenissen volgens de causale wetten die de wereld regelen en beheersen. Binnen het causaal determinisme zijn er echter veel verschillende standpunten in te nemen.

Erfelijkheid

Erfelijkheid

Erfelijkheid is de overdracht van zichtbare of onzichtbare eigenschappen van een generatie van een organisme naar de volgende generatie. Op populatieniveau is erfelijkheid een maat voor het aandeel van de variatie in een bepaalde eigenschap dat door genetische factoren verklaard wordt.

Leven

Leven

Leven is een com­plex van ei­gen­schap­pen en func­ties van ge­or­ga­ni­seer­de we­zens, die hun bestaan in stand houden door middel van processen zoals interne regulatie, stofwisseling en voortplanting. Bekende vormen van leven zijn onder meer planten, dieren, schimmels, algen en bacteriën. De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van levende wezens en levensverschijnselen, heet biologie.

Inprenting (leerproces)

Inprenting (leerproces)

Inprenting is het leerproces waarbij vroege sociale interactie de ontwikkeling van het gedrag van jonge kinderen blijvend beïnvloedt. Het beroemdste voorbeeld bij dieren zijn de experimenten met ganzen van Konrad Lorenz, de Oostenrijkse etholoog en latere Nobelprijswinnaar. Uit deze proeven bleek dat jonge ganzen die net uit het ei komen, het eerste bewegende object in hun omgeving aanzien voor hun moeder. In een van de proeven van Lorenz betrof het object een kussentje aan een touw, dat als "moeder" werd geaccepteerd. De ganzen waren na deze inprenting zo geconditioneerd dat ze, tot hun volwassenheid, achter iedereen met dit object aanliepen.

Conditionering (psychologie)

Conditionering (psychologie)

Conditionering is in de leerpsychologie een verzamelterm voor leerprocessen waardoor een organisme zich aanpast aan de omgeving. Geconditioneerd gedrag verwijst naar gedrag dat in functie staat van omgevingscondities.

Trial-and-error

Trial-and-error

Trial-and-error is een heuristische manier om iets te leren of om een oplossing van een probleem te vinden.

Dressuur

Dressuur

De dressuur is de gymnastische basis van de paardensport. Dressuur betekent eigenlijk het gymnastiseren en het gehoorzaam maken van het paard door de ruiter. Daarmee is het de basis van alle andere ruitersporten – maar dressuur in zichzelf kan ook zeer de moeite van het beoefenen waard zijn.

Klassieke conditionering

Klassieke conditionering

Klassieke conditionering, stimulussubstitutie of S-leertype komt neer op het leren van voorwaardelijke reflexen. Leergedrag dat tot stand komt via klassieke conditionering wordt in de cognitieve psychologie gerekend tot een van de ondervormen van het impliciete of niet-declaratieve geheugen. Klassieke conditionering is onderworpen aan een aantal wetten, de conditioneringswetten. Aangenomen wordt dat klassiek conditioneren berust op een adaptief mechanisme waardoor organismen leren toekomstige prikkels met een overlevingswaarde te voorspellen.

Operante conditionering

Operante conditionering

Operante conditionering of instrumenteel leren is het leerproces waarbij een respons in een bepaalde context gevolgd wordt door een bekrachtiger of bestraffer. Een bekrachtiger is elke gebeurtenis die de kans vergroot dat dezelfde respons in de toekomst weer zal optreden. Een bestraffer is daarentegen elke gebeurtenis die de kans verkleint dat de respons weer zal optreden. In dierexperimenten is de bekrachtiger vaak voedsel of drank, en de bestraffer een elektrisch schokje. Soms spreekt men ook wel van positieve en negatieve bekrachtigers.

Gedrag en soortgenoten

Aanwijzingen in het straatbeeld
Aanwijzingen in het straatbeeld

Gedrag dat soortgenoten ten opzichte van elkaar vertonen heet sociaal gedrag. Sociaal gedrag wordt beïnvloed door signalen. Deze werken als prikkel voor de volgende handeling (reactie) van een soortgenoot, ze hebben dus een mededelingsfunctie. Door signalen is communicatie tussen soortgenoten mogelijk.

Sommige sociale gedragingen zijn het gevolg van een vaste taakverdeling. Dit gebeurt bijvoorbeeld in een bijenkolonie: er is een koningin die eieren legt, honderden darren bevruchten de koningin en duizenden werksters verrichten alle andere taken in het nest.

Een andere functie van gedrag is het vaststellen van een rangorde in een groep. Dit gebeurt door imponeer- of verzoeningsgedrag. Bijvoorbeeld de pikorde bij kippen, het stampen en grommen van een chimpansee of het presenteren van het achterste bij bavianen.

Territoriumgedrag is gedrag dat dient om het territorium te verdedigen en af te bakenen tegen binnendringende soortgenoten, door middel van aanvallen, vluchten of dreigen. Het vormen van een territorium stelt veilig dat er voldoende voedsel en ruimte is om nakomelingen groot te brengen.

Gedrag dat voorafgaat aan de paring en dat de kans op een paring vergroot heet baltsgedrag. Baltsgedrag zorgt ervoor dat de agressie tussen de mogelijke partners verminderd, en de seksuele motivatie vergroot wordt. Baltsgedrag is soortspecifiek.

Daarnaast kan er conflictgedrag worden vertoond als twee soortgenoten elkaar tegenkomen. Conflictgedrag wordt veroorzaakt door een innerlijk conflict tussen twee, of meerdere gedragssystemen. Onder conflictgedrag vallen: ambivalent gedrag, overspronggedrag en omgericht gedrag. Ambivalent gedrag is gedrag dat is samengesteld uit handelingen uit twee of meerdere gedragssystemen. Overspronggedrag is gedrag dat vertoond wordt als er een conflict is tussen twee gedragssystemen, er wordt dan gedrag vertoond uit een derde gedragssysteem. Omgericht gedrag is gedrag waarbij het organisme zijn agressie richt op iets anders dan de soortgenoot.

Ontdek meer Gedrag en soortgenoten per onderwerp

Communicatie

Communicatie

Communicatie is een activiteit waarbij levende wezens betekenissen uitwisselen door op elkaars signalen te reageren. Het Latijnse woord communicare slaat terug op "iets gemeenschappelijk maken". Deze pagina behandelt de interactie tussen mensen, maar er bestaat ook diercommunicatie en plantencommunicatie. Communicatie is behalve een sociale activiteit, ook het resultaat van het contact: de optelsom van wederzijdse betekenisgevingen, ook wel communicatie-effect genoemd. De betekenis van verschillende vormen van communicatie is vaak voor uitleg gebonden aan de culturele omgeving waarin zij plaatsvindt.

Bijen

Bijen

Bijen (Antophila) zijn een groep van insecten die behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Bijen zijn vooral bekend om de honing die de honingbij maakt. Bijen verschillen van de meeste andere (vleesetende) vliesvleugeligen door het dieet van nectar en stuifmeel. Ook de larven leven hiervan. Biologisch gezien vormen de bijen echter géén aparte groep. Alle soorten bijen behoren tot de superfamilie Apoidea, waartoe ook alle graafwespen behoren.

Verzoening

Verzoening

Verzoening is het herstel van een relatie nadat er een breuk is opgetreden door eerder nadelig handelen door een of meerdere van de partijen.

Pikorde

Pikorde

De pikorde of meer algemeen rangorde in een kippenhok komt erop neer dat er in elk koppel hennen aanwezig zijn, die aan voer- en drinkbakken vooraan staan en de beste rustplaatsen innemen en andere hennen afpikken.

Territorium (dieren)

Territorium (dieren)

Een territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het is een gebied om voedsel te zoeken en de jongen te verzorgen.

Balts

Balts

Balts is expressiegedrag bij dieren om partners aan te trekken en over te halen tot de paring. Veel diersoorten hebben in de paartijd speciale gedragingen om een partner te vinden. Vaak wordt er met uiterlijke kenmerken gepronkt, worden er speciale geluiden gemaakt of worden er geschenken aan de partner aangeboden. Vooral bij vogels is baltsgedrag vaak sterk ontwikkeld.

Agressie

Agressie

Onder agressie wordt meestal verstaan het gewelddadig handelen met het doel schade toe te brengen. Dikwijls gaat het dan om schade aan personen.

Ambivalentie

Ambivalentie

Ambivalentie is een staat van in conflict zijnde emoties die gerelateerd zijn aan hetzelfde object, idee of persoon. De term wordt ook vaak gebruikt om situaties aan te duiden waar men gemengde gevoelens over heeft, of iets waar een persoon onzeker of besluiteloos over is.

Overspronggedrag

Overspronggedrag

Overspronggedrag is niet logisch lijkend gedrag bij mens en dier dat voortkomt uit het conflict van twee relevante gedragssystemen. Bijvoorbeeld in een situatie waarbij de aandrang om te vluchten en de aandrang om aan te vallen even groot zijn, kan een derde, neutraal gedrag geactiveerd worden. Een dier kan 'besluiten' te gaan eten, zich te wassen, of interesse te tonen in een ongerelateerd object in de omgeving. Dit derde gedragsalternatief wordt overspronggedrag genoemd.

Verschillen en overeenkomsten tussen gedrag van mens en dier

Er zijn een aantal overeenkomsten tussen het gedrag van mens en dier. Bij beide wordt het gedrag bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen, deze zijn vergelijkbaar. Ook zijn beide gevoelig voor sleutelprikkels en komen er rolpatronen voor.

Maar er zijn ook een aantal verschillen. Zo wordt het gedrag van de mens wat sterker bepaald door leerprocessen dan bij dieren. Het leren door middel van inzicht is hier een voorbeeld van. Ook kunnen mensen hun eigen gedrag beoordelen aan de hand van normen en waarden, iets dat dieren niet kunnen.

Ontdek meer Verschillen en overeenkomsten tussen gedrag van mens en dier per onderwerp

Mens

Mens

Mensen zijn intelligente primaten die gekenmerkt worden door hun rechtopstaande houding en tweevoetige voortbeweging, hun fijne motoriek en gebruik van werktuigen, hun complex taalgebruik en geavanceerde en zeer georganiseerde samenlevingen. De mens is de enige nog bestaande vertegenwoordiger van het geslacht Homo en maakt samen met chimpansees, gorilla's en orang-oetans deel uit van de familie Hominidae (mensachtigen).

Erfelijkheid

Erfelijkheid

Erfelijkheid is de overdracht van zichtbare of onzichtbare eigenschappen van een generatie van een organisme naar de volgende generatie. Op populatieniveau is erfelijkheid een maat voor het aandeel van de variatie in een bepaalde eigenschap dat door genetische factoren verklaard wordt.

Sleutelprikkel

Sleutelprikkel

Een sleutelprikkel is een prikkel die telkens dezelfde reactie geeft. Een goede, versterkte sleutelprikkel wordt een supranormale sleutelprikkel genoemd.

Rolpatroon

Rolpatroon

Een rolpatroon is een manier waarop mensen onderling functioneren.

Inzicht

Inzicht

Inzicht is het begrip of de intellectuele beheersing van de aard of het wezen van iets. Inzicht betreft vaak een besef van oorzaak en gevolg binnen een bepaalde context, model of scenario. Inzicht kan voortkomen uit het leggen van een verband of oplossen van een probleem.

Normen en waarden

Normen en waarden

Normen en waarden zijn de omgangsvormen en principes volgens welke men publiekelijk en in sociaal verband handelt. Vaak worden de termen in de politiek en de media als één enkel containerbegrip aangeduid, of onterecht als synoniemen door elkaar gebruikt. De samenstelling betreft de waarden – de voorkeur die een groep of samenleving heeft met betrekking tot doeleinden of gedragspatronen – die worden vertaald in concrete normen met concrete gedragsregels, én de voorschriften. Daarmee sturen normen mede het sociaal handelen, meer specifiek het waarderationeel handelen.

Bron: "Gedrag", Wikipedia, Wikimedia Foundation, (2022, December 21st), https://nl.wikipedia.org/wiki/Gedrag.

Geniet u van Wikiz?

Geniet u van Wikiz?

Download dan nu onze GRATIS uitbreiding!

Zie ook
Op andere Wikimedia-projecten

The content of this page is based on the Wikipedia article written by contributors..
The text is available under the Creative Commons Attribution-ShareAlike Licence & the media files are available under their respective licenses; additional terms may apply.
By using this site, you agree to the Terms of Use & Privacy Policy.
Wikipedia® is a registered trademark of the Wikimedia Foundation, Inc., a non-profit organization & is not affiliated to WikiZ.com.