Onze uitbreiding krijgen

Ontlasting

Van Wikipedia, maar dan visueel aantrekkelijk

Ontlasting of feces (Latijn: faeces)[1] is het onverteerde restant van ingenomen voedsel, dat, met geregelde tussenpozen (als uitwerpselen), via de endeldarm en de anus (aars) uit het lichaam wordt verwijderd (defecatie). Alle organismen met een maag-darmstelsel produceren ontlasting.

Bij zoogdieren zoals de mens bevat de ontlasting naast onverteerbare voedselresten vooral bacteriën (ongeveer de helft van het gewicht), afgeschilferde darmwandcellen (tot 10 gram per dag) en enkele stoffen die door het lichaam in de darm worden afgescheiden, zoals galkleurstoffen: zonder die kleurstoffen zou ontlasting grijswit zijn.

Ontdek meer Ontlasting per onderwerp

Latijn

Latijn

Latijn is een Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. Door de erfenis van de Romeinse beschaving ontwikkelde het Latijn zich tot een wereldtaal, gebruikt onder meer in het onderwijs, de wetenschap en de diplomatie. Hoewel het nu een dode taal is, wordt het Latijn nog steeds op veel scholen aangeleerd en gebruikt in de Rooms-katholieke kerk. Vele takken van de wetenschap en het recht maken gebruik van een Latijnse terminologie. Het Latijn heeft ook een grote invloed gehad op de woordenschat van veel andere talen. De Romaanse talen, die nu door een groot deel van de mensheid worden gesproken, zijn rechtstreeks uit het Latijn ontstaan.

Spijsvertering

Spijsvertering

Spijsvertering of digestie is een fysiologisch proces, waarbij ingenomen voedsel (spijs) met mechanische en biochemische middelen wordt verwerkt tot stoffen die door het lichaam kunnen worden opgenomen.

Voedsel

Voedsel

Voedsel is in de biologie voornamelijk organisch materiaal: materiaal, afkomstig van andere organismen, waaruit heterotrofe organismen hun voedingsstoffen betrekken. Het gaat daarbij met name om cellulair materiaal (weefsel), in vaste, of vloeibare vorm (bloed). Bijen en vlinders voeden zich, naast stuifmeel, vooral met nectar, en ander vloeibaar niet-cellulair organisch materiaal. Pasgeboren zoogdieren worden gevoed met melk.

Endeldarm

Endeldarm

De endeldarm of in het Latijn rectum is bij zoogdieren het laatste deel van de dikke darm. De endeldarm heeft bij mensen een S-vorm. De ontlasting (faeces) verzamelt zich in de endeldarm, om vervolgens via de anus het lichaam te verlaten. De stoelgang (defecatie), wordt door het afferente zenuwstelsel opgewekt, wanneer de endeldarm voldoende is gevuld. Het anaal kanaal is het laatste deel van de endeldarm.

Anus (anatomie)

Anus (anatomie)

In de anatomie is de anus ook wel aars, de uitmonding van de endeldarm en daarmee het uiteinde van het spijsverteringskanaal van een dier. De functie van de anus is de gecontroleerde uitdrijving van uitwerpselen: voedingsmateriaal die het dier niet kan verteren en waaruit voedingsstoffen zijn onttrokken, maar ook dode of overtollige darmbacteriën en andere endosymbionten, verlaten het lichaam via de anus.

Defecatie

Defecatie

Defecatie (ook defaecatie, stoelgang, is het via de anus ontlasten van ontlasting. Alle organismen met een maag-darmstelsel doen dit normaal gesproken met geregelde intervallen.

Organisme

Organisme

Een organisme of levend wezen is een levende, materiële entiteit die zich door middel van biologische processen, zoals een eigen stofwisseling, duurzaam in stand houdt. Voorbeelden van organismen zijn dieren, planten, schimmels, protisten, bacteriën en archaea.

Maag-darmstelsel

Maag-darmstelsel

Het maag-darmstelsel, digestieve systeem of gastro-intestinale stelsel is het systeem dat, via de spijsvertering, instaat voor de opname van voedingsstoffen uit voedsel ten behoeve van het lichaam. Dit orgaansysteem is bij de mens en veel zoogdieren opgebouwd uit mond, keelgat, slokdarmhoofd, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm. In combinatie met de tong, speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas vormt dit het menselijk spijsverteringsstelsel. Er bestaan echter veel ingewikkelder stelsels, zie bijvoorbeeld bij herkauwers. Het medisch specialisme van de gastro-enterologie onderzoekt en behandelt aandoeningen aan het spijsverteringssysteem.

Mens

Mens

Mensen zijn intelligente primaten die gekenmerkt worden door hun rechtopstaande houding en tweevoetige voortbeweging, hun fijne motoriek en gebruik van werktuigen, hun complex taalgebruik en geavanceerde en zeer georganiseerde samenlevingen. De mens is de enige nog bestaande vertegenwoordiger van het geslacht Homo en maakt samen met chimpansees, gorilla's en orang-oetans deel uit van de familie Hominidae (mensachtigen).

Bacteriën

Bacteriën

De bacteriën vormen een domein van eencellige, soms in kolonies levende micro-organismen. Een bacterie heeft geen celkern en is dus een prokaryoot: het erfelijk materiaal ligt los in het cytoplasma. Het DNA bestaat meestal uit één enkel ringvormig chromosoom, vaak vergezeld van een of meer plasmiden, die eveneens genetische informatie bevatten. Bacteriën kunnen onderling plasmiden uitwisselen (conjugatie), waardoor zij recombineren. Op deze wijze kunnen voortdurend nieuwe bacteriestammen ontstaan.

Galkleurstof

Galkleurstof

Bij de afbraak van dode rode bloedcellen ontstaan galkleurstoffen, die via de galgangen worden afgevoerd naar de galblaas. Galkleurstoffen geven de ontlasting een geelbruine kleur.

Kleurstof

Kleurstof

Een kleurstof is een stof om aan producten een kleur te geven.

Diagnostische aspecten van ontlasting

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Menselijke ontlasting
Menselijke ontlasting

De ontlasting levert soms medisch nuttige informatie. Ook is aangetoond dat bij wc's met een plateau, waarop de eigen ontlasting bekeken kan worden voor deze weg te spoelen, mensen met darmkanker eerder naar een arts gaan omdat ze ongewone dingen aan de ontlasting opmerken. De ontlasting kan beoordeeld worden op volgende kenmerken:

Geur

Ontlasting die erg stinkt, wijst vaak op een verkeerde of overvloedige voeding en een gedegenereerde darmflora. Hierdoor ontstaat gisting en rotting (het ontbinden van eiwitten) in de darm, waarbij giftige ontbindingsproducten kunnen ontstaan. Vooral rotting kan veel stinkende zwavelverbindingen opleveren.

Kleverigheid

Wanneer de ontlasting aan de toiletwand blijft kleven kan dat wijzen op een overvloedige aanwezigheid van vet in de ontlasting. Meestal maakt de alvleesklier dan te weinig vetverterende enzymen (lipase) aan, waardoor de vetten uit de voeding onvoldoende worden verteerd. Ontlasting kan echter ook blijven kleven wanneer er kalkaanslag op de toiletpot zit, die de wrijving tussen feces en pot vergroot.

Drijfvermogen

Ontlasting kan in water drijven of zinken. Er zijn een aantal factoren die zorgen voor meer drijfvermogen. Een daarvan is de aanwezigheid van gassen in de ontlasting. Voedingsvezels die niet verteerd kunnen worden onderworpen aan bacteriële fermentatie in het maagdarmkanaal, waarbij gassen ontstaan. Een andere factor is de aanwezigheid van vetten.

Hoeveelheid

De hoeveelheid wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid water die aangetrokken kan worden in het darmkanaal. Belangrijk voor het aantrekken van water zijn voedingsvezels. Naarmate deze meer in de voeding aanwezig zijn, neemt ook het volume van de ontlasting toe.

Consistentie (hard, zacht, waterig)

De hardheid van ontlasting wordt bepaald door de hoeveelheid water die er in de darm aan onttrokken kan worden. Wanneer de ontlasting lang in de darm blijft, kan er veel vocht onttrokken worden, waardoor de ontlasting hard en keutelig wordt. Wanneer de darm weinig tijd krijgt om voldoende vocht te onttrekken, wordt de ontlasting zacht en diarreeachtig. In het vocht zitten mineralen, vitamines en andere nutriënten opgelost, maar ook gifstoffen die we via de voeding opnemen, dan wel in het darmkanaal ontstaan door bijvoorbeeld rottingsprocessen. Hoe sneller de darmpassage, hoe minder toxines (maar ook voedingsstoffen) kunnen worden opgenomen. Gezonde ontlasting hoort een aaneengesloten worst te zijn, dus niet keutelig of een serie losse worstjes.

De Bristol Stool Chart is een kaart waarbij ontlasting op basis van de consistentie in categorieën wordt verdeeld. De kaart is bedacht door K.W.Heaton aan de Universiteit van Bristol en gepubliceerd in het Scandinavian Journal of Gastroenterology in 1997. De volgende categorieën worden onderscheiden:

  1. Verschillende kleine harde keuteltjes, worden moeizaam uitgescheiden. De ontlasting heeft een behoorlijke tijd in de darm doorgebracht en is uitgedroogd.
  2. De ontlasting is in de vorm van een enkele keutel, maar hard en bobbelig.
  3. De ontlasting heeft de vorm van een worstachtige keutel, met barsten aan het oppervlak.
  4. De ontlasting heeft de vorm van een gladde slangachtige keutel. Dit is normale ontlasting, en zal met weinig druk worden uitgescheiden.
  5. Zachte ontlasting die komt in meerdere kleinere zachte keutels, en eveneens makkelijk uitgescheiden wordt.
  6. Brijachtige, zachte ontlasting met slechts enkele hardere stukjes erin.
  7. Waterige, volledig vloeibare stoelgang.

Categorie 1 en 2 zijn aanwijzingen voor constipatie, categorie 3 en 4 gelden als normale stoelgang, en categorie 5, 6 en 7 als diarree.

Kleur (wit, geel, groen, bruin, zwart)

Een gezonde ontlasting heeft een lichtbruine tot donkerbruine kleur, een beetje pindakaasachtig. Naarmate de ontlasting langer in het lichaam is gebleven wordt de kleur donkerder. De kleur van de ontlasting kan diagnostische informatie opleveren.

  • Zwart kan duiden op een bloeding in maag of dunne darm, maar kan ook voorkomen bij mensen die ijzertabletten slikken. Het ijzer is verantwoordelijk voor de zwarte kleur. (Ook het eten van spinazie kan de ontlasting zwarter maken dan normaal.)
  • Wit, bij onvoldoende galproductie of obstructie van de galwegen kan de ontlasting er wit uitzien, doordat de galkleurstoffen, die de ontlasting normaal gesproken zijn donkerbruine kleur geven, niet of onvoldoende aanwezig zijn; men spreekt in de kliniek wel van stopverffeces.
  • Grijze ontlasting duidt op een (veel) te grote gisting en eventueel op een tekort aan gal.
  • Groene ontlasting wijst juist op een teveel aan gal en een te korte verblijfduur in de darm.
  • Gele ontlasting komt vaak door overmatig alcoholgebruik. De gele kleur ontstaat dan doordat de lever meer afvalstoffen produceert.
  • Een rode streep bij de ontlasting kan voorkomen als er een aambei bloedt of een scheurtje in de anus ervoor zorgt dat tijdens defecatie er een bloedvaatje gaat lekken.
  • Witte puntjes kunnen voorkomen als er wormen of wormfragmenten meekomen.

Frequentie en tijdstip

Bij baby's komt de ontlasting via de gastro-colische reflex (maag-dikkedarm) direct na de maaltijd (zuigtijd). Bij volwassenen is er zoveel vertrouwen ontstaan dat er een maaltijd zal komen, dat dit systeem niet meer functioneert. De Westerse regelmatige eetcultuur (circa driemaal daags) bevordert ook een patroon van ongeveer eenmaal daags ontlasting. Hierbij kan het eerste gedeelte wat donkerder en harder zijn dan het volgende, omdat het wat langer in de endeldarm is gebleven. De passagesnelheid is bij kinderen soms 6 tot 12 uur, bij sommige volwassenen 48 tot 72 uur.

Parasieten

Mogelijk aanwezige parasieten zijn spoelwormen, lintwormen, larven of eitjes.

Bloed

De aanwezigheid van bloed kan wijzen op aambeien, maar ook op ernstigere klachten.

Slijm of pus

Doordat de ontlasting via het slijmvlies van de darm getransporteerd wordt is zij bij lozing bedekt door een glanzend laagje slijm. Bij onvoldoende slijm kan obstipatie optreden. Te veel slijm, al of niet met bloed, is een teken van ontsteking.

Onverteerde voedselresten

Wanneer in de ontlasting nog resten van voedsel te herkennen zijn, wijst dat op een onvoldoende vertering. Dit kan komen door onvoldoende kauwen van voedsel, maar er kan ook een ernstiger verteringsstoornis aan ten grondslag liggen.

Afwezigheid

Wanneer de ontlasting niet aanwezig is, zoals kan gebeuren bij pasgeboren baby’s, kan dat wijzen op een aangeboren stoornis.

Ontdek meer Diagnostische aspecten van ontlasting per onderwerp

Arts

Arts

Een arts, dokter/dokteres of medicus/medica is een persoon die gerechtigd is de geneeskunde te beoefenen. Een geneesheer is meestal een verouderd synoniem voor arts, maar kan ook van toepassing zijn op een geneeskundige die zonder doctorstitel geneeskunde uitvoert. Artsen zijn, behalve aan het civiele en strafrecht, ook onderworpen aan het medisch tuchtrecht.

Darmkanker

Darmkanker

Darmkanker is een verzamelnaam voor verschillende soorten kanker van de dunne darm, dikke darm en de endeldarm (rectum).

Geur

Geur

Geur wordt veroorzaakt door de inwerking op het reukorgaan in de neus door aerosolen of gassen, kleine moleculaire deeltjes die verdampen uit een stof. Mensen en dieren beoordelen geuren met hun reukvermogen en kunnen zo bijvoorbeeld voedsel, gevaren maar ook dode dieren kunnen zij waarnemen zonder dat deze te zien zijn. Een geur die als onaangenaam wordt ervaren, wordt aangeduid als stank.

Darmflora

Darmflora

Darmflora of darm-microbioom is het geheel van micro-organismen dat zich in het maag-darmstelsel bevindt. De naam darmflora is eigenlijk niet correct, aangezien het vooral om bacteriën gaat en de term flora gewoonlijk verwijst naar planten. Daarnaast gaat het niet alleen om bacteriën in de darm, maar ook bijvoorbeeld in de maag.

Gisting (alcohol)

Gisting (alcohol)

Alcoholgisting is een fermentatieproces waarbij glucose in ethanol en koolstofdioxide wordt omgezet. Gisting treedt op bij het produceren van onder meer bier en wijn. Het proces is anaeroob, wat wil zeggen dat er geen zuurstof voor het proces nodig is.

Verrotting

Verrotting

Verrotting is het uiteenvallen van dode organismen of dood organisch materiaal. Verrotting is biologische afbraak in het beginstadium, direct na de dood of het afsterven (bladeren). verrotting is zintuiglijk waarneembaar, visueel en/of met het reukorgaan.

Alvleesklier

Alvleesklier

De alvleesklier of de/het pancreas is een gemengde klier, dat wil zeggen een klier met zowel een endocriene, als een exocriene afscheidingsfunctie. Deze dubbele secretie- of afscheidingsfunctie bestaat uit een uitwendige afscheiding ten behoeve van de spijsvertering, en een inwendige afscheiding ten behoeve van de koolhydraatstofwisseling.

Enzym

Enzym

Een enzym is een macromoleculaire katalysator die een specifieke chemische reactie in een levend wezen kan laten verlopen. Het enzym maakt de reactie mogelijk of versnelt de reactie, zonder daarbij zelf te worden verbruikt of van samenstelling te veranderen. De stof waar het enzym op inwerkt en die nodig is voor de stofwisseling heet het substraat. Tijdens de reactie gaat het enzym kortstondig een binding aan met het substraat. Dit gebeurt voor elk enzym op een eigen manier, doordat elk enzym specifiek is.

Lipase

Lipase

Lipasen zijn enzymen die vetten splitsen in glycerol en vetzuren. Ze verbreken de esterverbindingen door middel van hydrolyse.

Fermentatie

Fermentatie

Fermentatie is, in de biochemie, het afbreken van biologische materialen (substraat) tot eenvoudigere stoffen, in afwezigheid van zuurstof. Micro-organismen zoals bacteriën en schimmels staan bekend om hun vermogen organische stoffen te fermenteren, al vindt het ook in sommige dierlijke cellen plaats.

Maag-darmstelsel

Maag-darmstelsel

Het maag-darmstelsel, digestieve systeem of gastro-intestinale stelsel is het systeem dat, via de spijsvertering, instaat voor de opname van voedingsstoffen uit voedsel ten behoeve van het lichaam. Dit orgaansysteem is bij de mens en veel zoogdieren opgebouwd uit mond, keelgat, slokdarmhoofd, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm. In combinatie met de tong, speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas vormt dit het menselijk spijsverteringsstelsel. Er bestaan echter veel ingewikkelder stelsels, zie bijvoorbeeld bij herkauwers. Het medisch specialisme van de gastro-enterologie onderzoekt en behandelt aandoeningen aan het spijsverteringssysteem.

Vitamine

Vitamine

Een vitamine is een micronutriënt dat in organismen zoals de mens wordt gebruikt in co-enzymen. Omdat vitamines niet worden verbruikt heeft de mens er maar heel weinig van nodig. Organismen kunnen niet of in onvoldoende mate zelf vitamines maken. Sommige vitamines kunnen door het lichaam zelf worden geproduceerd, zoals vitamine D in de huid door blootstelling aan UV-B-straling van de zon.

Ontlasting bij pasgeboren baby’s

Meconium
Meconium
Ontlasting van een baby in een luier
Ontlasting van een baby in een luier

Bij baby's is het inspecteren van de ontlasting een van de mogelijkheden om wat meer over de spijsvertering van het kind te weten te komen. Deze eerste ontlasting van een pasgeboren baby is het meconium, deze is zwart en kleverig. Indien deze meconium niet geproduceerd wordt in de eerste 24 tot 48 uur na de geboorte, kan er sprake zijn van een aangeboren stoornis als een anusatresie of een meconiumileus. Beide moeten dringend door een arts gezien worden.

Wanneer de baby borstvoeding krijgt wordt de ontlasting zacht of zelfs waterig, lichtbruin tot geel van kleur, en krijgt een kenmerkende melkachtige geur: borstvoedingspoep. Wanneer de baby uiteindelijk vaste voeding gaat eten wordt de ontlasting donkerder en harder, en gaat ook onaangenamer ruiken.

Omdat bij een baby de spijsvertering nog niet optimaal verloopt, vindt men veel onverteerde voedingsstoffen terug in de ontlasting. Wanneer de baby spinazie eet, ziet de ontlasting groen. Eet hij tomaten, dan ziet de ontlasting rood. Dit is een normaal verschijnsel.

Ontdek meer Ontlasting bij pasgeboren baby’s per onderwerp

Benamingen en associaties

Een beeldje van een Kakker, een vruchtbaarheidssymbool uit Catalonië
Een beeldje van een Kakker, een vruchtbaarheidssymbool uit Catalonië

Hoewel fecale materie in de moderne Westerse cultuur doorgaans vooral bezien wordt als een hygiënisch probleem, is het in de natuur evenals de land- en tuinbouw een waardevolle grondstof in de metabolische kringloop en wordt in essentieel rurale derdewereldculturen gebruikt als brandstof, als bouwmateriaal of zelfs om de huid mee in te smeren als bescherming of kleurmiddel.

Voor ontlasting bestaan vele termen, waarvan sommige eufemistisch en andere volks en dysfemistisch zijn. Vaak heeft ieder zelfstandig naamwoord tevens een bijbehorende uitdrukking voor het ontlasten. Hier kunnen weer krachttermen en scheldwoorden van afgeleid zijn, bijvoorbeeld de uitdrukking kakker voor een rijk, snobistisch en elitair persoon.

  • Bolus
  • Faeces (Latijn, eigenlijk meervoud van faex, droesem, smurrie)
  • Fecaliën
  • Kak (ook minachtende term voor geld en hooghartigheid, vergelijk bekakt)
  • Merde (Frans)
  • Mest(stof) (vergelijk bemesten)
  • Poep (metonymie van het uitscheidingsstelsel)
  • Schijt
  • Shit (Engels)
  • Stront

Diverse termen slaan op een dosis:

  • Drol
  • Hoop(je)
  • Keutel(s)
  • Koe(ien)vla(ai)
  • Stoelgang

Ontdek meer Benamingen en associaties per onderwerp

Caganer

Caganer

Een caganer is een beeldje dat een gehurkt mannetje met omlaaggetrokken broek voorstelt dat zijn behoefte zit te doen. Ook de vrouwelijke variant (caganera) komt voor. De beeldjes worden in Catalonië en aangrenzende gebieden gebruikt in kersttaferelen van de geboorte van Jezus, net zoals de drie wijzen uit het oosten en andere figuren daar traditioneel deel van uitmaken.

Brandstof

Brandstof

Een brandstof is een energiedrager. De vrijkomende energie kan gebruikt worden om warmte, licht, en kinetische energie te leveren.

Bouwmateriaal

Bouwmateriaal

Bouwmateriaal is een natuurlijk of kunstmatig vervaardigd materiaal, dat geschikt is en gebruikt kan worden voor de constructie, afwerking en versiering van zowel gebouwen, als van kunstwerken.

Mest

Mest

Mest bestaat over het algemeen uit min of meer verteerde dierlijke uitwerpselen al of niet vermengd met stro. Het is een type meststof, wat betekent dat het gebruikt wordt om de bodem vruchtbaarder te maken. Mest wordt meestal uitgereden met een meststrooier.

Bemesten

Bemesten

Bemesten is het verspreiden van mest over grond ten behoeve van planten. Om de bodem en gewassen van nieuwe voedingsstoffen te voorzien worden er meststoffen toegevoegd. Dit kan kleinschalig plaatsvinden zoals in een tuin of op grotere schaal zoals in de akkerbouw.

Metonymie

Metonymie

Metonymie of naamsverwisseling is, naast de metafoor, de belangrijkste vorm van beeldspraak. Bij het gebruik van beeldspraak wordt het feitelijk bedoelde begrip, de referent, indirect aangeduid door een ander, met deze referent als verwant ervaren begrip: het beeld. Bij metaforen gebeurt het samenvallen van beeld en referent vanuit een zuiver mentaal ervaren overeenkomst, bij een metoniem gebeurt dit vanuit een waarneembare relatie (contiguïteit) in de werkelijkheid.

Bron: "Ontlasting", Wikipedia, Wikimedia Foundation, (2022, November 30th), https://nl.wikipedia.org/wiki/Ontlasting.

Geniet u van Wikiz?

Geniet u van Wikiz?

Download dan nu onze GRATIS uitbreiding!

Zie ook
Zie de categorie Ontlasting van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

The content of this page is based on the Wikipedia article written by contributors..
The text is available under the Creative Commons Attribution-ShareAlike Licence & the media files are available under their respective licenses; additional terms may apply.
By using this site, you agree to the Terms of Use & Privacy Policy.
Wikipedia® is a registered trademark of the Wikimedia Foundation, Inc., a non-profit organization & is not affiliated to WikiZ.com.